woensdag 20 april 2011

liegen dat de windmolens erdoor draaien

Ik heb iets met leugens, zoveel is duidelijk. Je kan tegen God niet liegen want dan ben je voor Hem niets. Zeven Kerken, of achtentwintig Kerken, het maakt niets uit. Werken van mensenhanden die torens bouwen op vaste grond : wie meest liegt beheerst God en ontneemt Hem Zijn macht, of tenminste, zo wordt er gedacht. Rome maakte een wet : homo’s kunnen geen priester worden, misschien wel als ze niet actief homo zijn, zo had ik het toch begrepen en zo werd het aangeleerd. Los van de discriminatie van dat betoog, vind ik dit alles zielig : je hebt een vulkaan in actie, je hebt een vulkaan op non-actief, maar die sluimert en die ooit zal uitbarsten, anders is die vulkaan geen vulkaan. Ik heb in mijn kloosterleven niet veel stilliggende vulkanen ontmoet. In mijn kinderjaren, op ‘t college in Torhout, liep er daar ene in ‘t zwart in de minor, een kleine vedette tussen kinderen van twaalf tot vijftien, een subregent noemde dat ventje zich dan geloof ik. Zijn echte naam had iets met trypen of stenen te maken, in elk geval een actieve vulkaan, dat kunnen er honderden van mijn medestudentjes getuigen, maar onslijtbare schade en schande verjaren. Zand erover, en liefst zo vlug en zoveel mogelijk. In mijn contacten met Geestige mensen heb ik homofilie leren kennen, terwijl Rome geen homo’s toelaat volgens de kerkelijke wet. Maar je moet er eigenlijk ene zijn wil je er aan de bak komen. Ik heb geprobeerd om priester te worden, ik weet het nu, ik ben gek, maar ik heb gehoord, gezien, en niet gezwegen en was zodoende niet welkom, gelukkig, anders was ik nu ook een grote leugenaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten